Profeet Salih(vzmh)

Naam: Saleh(vzmh)

Levensjaren in deze wereld: 58 jaar

Uitgekozen tot: Een Boodschapper (26-143)


De profeet Saleh(vzmh) vzmh en de Thamoed

De profeet Saleh(vzmh) was een nakomeling van Shem, een van de drie zonen van Noeh.

De profeet Saleh(vzmh) was van het volk Thamoed. Dit waren ook Arabieren, net als de Aad. De Aad leefden negen generaties na de profeet Noeh en Hud met zijn volk de Aad en de profeet Saleh(vzmh) met zijn volk de Thamoed zaten ongeveer vijf generaties. De Thamoed leefden in de stad al-Hijr, dat tussen Wadie al-Qoera en Syrië ligt.

De Aad en de Thamoed worden in de Qur’an vaak gelijk na elkaar genoemd. Dit heeft te maken met het feit dat het beide volkeren waren die ongehoorzaam aan Allah(swt) en zijn boodschapper waren en daar uiteindelijk ook vreselijk voor gestraft zijn.

De Thamoed hebben in hun tijd helaas geen enkele les geleerd uit de rampspoed die de Aad was overkomen. Ook de Thamoed pleegden volop shirk en boden idolen aan, net zoals de Aad hadden gedaan. Allah(swt) heeft echter geen enkel volk gestraft zonder hen eerst te waarschuwen, want Allah(swt) is altijd rechtvaardig.

Daarom zond Allah(swt) profeet Saleh(vzmh) naar de Thamoed. Saleh(vzmh) kreeg de opdracht om zijn volk uit te nodigen tot het aanbidden van Allah(swt) en hun valse goden te verlaten. Een groep van zijn volk gaf gehoor aan zijn oproep, maar de meerderheid geloofde hem niet. Ook zij probeerden hun profeet zwart te maken en hem te vermoorden.

De profeet Saleh(vzmh) zei tegen zijn volk:

“Aanbid Allah(swt), jullie hebben geen god behalve Hem. Er is nu een duidelijk teken van Allah(swt) voor jullie gekomen, dit is Allah(swt)’s vrouwtjeskameel, een teken voor jullie. Dus laat haar met rust om op Allah(swt)’s aarde te grazen, en doe haar geen kwaad of je zult een pijnlijke straf treffen. En herinner, toen Allah(swt) jullie opvolgers maakte na Aad, en jullie in het land vestigden, en jullie in staat stelde om kastelen op haar vlakte te maken, en huizen uit te houwen in haar bergen.” (Soerah al-A’raf: 73,74)

Saleh(vzmh) zei dus tegen de Thamoed, dat Allah(swt) hen als na de Aad had gemaakt, om van hen te leren. De bedoeling was dat ze niet net als hen het verkeerde pad zouden volgen, maar dat ze rechtvaardig zouden handelen. Daarbij noemde Saleh(vzmh) ook een aantal gunsten, dat Allah(swt) aan hen had gegeven, zoals het feit dat ze paleizen en kastelen konden bouwen en huizen konden uithouwen in gesteente van bergwanden. De Thamoed waren zeer vaardig en hadden een grote precisie en kundigheid ontwikkeld om het gesteente te bewerken tot huizen, dus Saleh(vzmh) zei tegen hen dat ze daar dankbaar voor moesten zijn. Ze waren echter ook hebberig in het maken van die huizen. Saleh(vzmh) waarschuwde hen met de woorden:

“Denken jullie hier veilig gelaten te zullen worden, in tuinen en fonteinen, in beplantingen en dadelbossen met tere trossen? En jullie bouwen huizen uit in de bergen met grote vaardigheid. Dus vrees Allah(swt) en gehoorzaam mij, en gehoorzaam niet het bevel van de overtreders, die verderf zaaien in het land en zich beteren.” (as-Shoe’araa, 146-152)

De Thamoed zeiden echter tegen Saleh(vzmh):

“…’O Saleh(vzmh)! Voorzeker, hiervoor was je voor ons een bron van hoop. Verbied je ons te aanbidden wat onze vaders aanbaden? Voorzeker, wij verkeren in grote twijfel over het geen waartoe je ons oproept’.” (Hud, 62)

Zijn mensen zeiden tegen hem dat ze hem voorheen altijd hadden beschouwd als een groot en wijs iemand, maar nu hij hen een dergelijk boodschap verkondigde, waren ze zeer in hem teleurgesteld. Ze vonden het een onmogelijk idee om de manier van leven van hun voorouders te verlaten. Saleh(vzmh) zei hierop:

“O mijn volk! Bedenk eens, als ik een duidelijk teken van mijn Rabb heb, en Hij heeft Zijn genade aan mij gegeven, wie kan mij dan van Allah(swt) reden als ik Hem niet gehoorzaam? Wat zouden jullie voor mij winnen, behalve verlies?” (Hud, 63)

Saleh(vzmh) nodigde hen dus heel voorzichtig en beleefd uit tot de weg van Allah(swt), en vroeg hen wat ze zouden zeggen als het allemaal waar was wat hij zei. Wat zou dan hun excuus zijn tegenover Allah(swt)? Wat zou hun dan redden van Allah(swt)? Ze vroegen hem om zijn plicht te verzaken, wat onmogelijk was. Als hij zijn plicht tegenover Allah(swt) niet na zou komen, om zijn volk een plezier te doen, dan zou er niemand zijn die hem tegen Allah(swt) swt zou kunnen beschermen. Dan zou hij alleen verlies lijden. Dus bleef hij doorgaan met hen uit te nodigen tot het aanbidden van Allah(swt), zonder partners naast Hem.

Hun antwoord was echter:

“Je bent slechts iemand van degene die behekst is.” (ash- Shoe’araa, 153)

“En je bent niets dan een mens zoals wij.” (ash-Shoe’araa, 154

De vrouwtjeskameel

De Thamoed vroegen Saleh(vzmh) vervolgens of hij kon bewijzen dat hij gelijk had. Ze wilden dat Saleh(vzmh) een wonder zou verrichten om hen te overtuigen en ze zeiden:

“Dus geef ons een teken als je waarachtig bent.” (ash-Shoe’araa, 154)

De Thamoed zeiden dat Saleh(vzmh) een vrouwtjeskameel uit een specifieke rots tevoorschijn moest halen, die maar liefst toen met lang was, en die precies tien maanden zwanger moest zijn. De profeet Saleh(vzmh) vroeg hen toen of ze, als hij dat zou doen, zouden geloven in zijn boodschap en in zijn profeetschap, waarop ze ja zeiden. Daarop stond hij op en bad tot Allah(swt) en vroeg Hem om hun verzoek na te komen. Allah(swt) beval de desbetreffende rots om precies zo’n kameel te produceren als die ze beschreven hadden. De rots die ze hadden aangewezen spleet open, en daar stond ze, een reusachtige vrouwtjeskameel die tien maanden zwanger was, precies zoals ze hadden beschreven.

SoebhanAllah(swt)! Je zou denken dat toen de Thamoed dit wonder met eigen ogen hadden aanschouwd, ze massaal zouden gaan geloven in Saleh(vzmh)’s boodschap, en een aantal werden inderdaad gelovig, maar de meerderheid van de Thamoed bleef tegen beter weten in vasthouden aan hun verkeerde manier van leven.

Maar nu deze reusachtige vrouwtjeskameel ineens bestond, moest ze ook eten en drinken hebben, en bij de Thamoed leven. Als ze naar een bron ging om te drinken, dan dronk ze zoveel water dat ze gelijk de hele dagvoorraad van de Thamoed opdronk.

In de Qur’an lezen we hierover:

“Hij zei: Hier is een vrouwtjeskameel; ze heeft het recht om te drinken en jullie hebben het recht om te drinken (ieder) op een bepaalde dag. En raak haar niet aan met kwaad, waardoor een kwelling van een grootse dag jullie zal treffen.”

(ash-Shoe’araa, 155,156)

Je kunt je voorstellen dat deze kameel een ware beproeving werd voor de Thamoed, want ze hadden zelf om haar gevraagd, zonder na te denken over de gevolgen ervan. Nu de enorme vrouwtjeskameel eenmaal was gemaakt, moesten ze al hun watervoorraden met haar delen, en ze mochten haar op geen enkele manier kwaad doen. Anders, zo werden ze gewaarschuwd, zouden ze een vreselijke straf krijgen. De vrouwtjeskameel verbleef zo een tijdlang met de Thamoed, totdat ze in het geheim besloten om haar toch te doden om zelf weer genoeg water te hebben.

In Soerah al-A’raaf, staat:

“Dus ze slachtten de vrouwtjeskameel en ze trotseerden brutaal het bevel van Allah(swt), en daagde Saleh(vzmh) uit met de woorden: ‘Breng ons datgene waarmee je ons bedreigt, als je een boodschapper bent’.” (al-A’raaf, 77)

De leider van de Thamoed, Qidaar bin Saalif bin Joenda’, bracht haar met een zwaard de dodelijke slag toe, en met zijn negenen hakten ze haar in stukken.

 In de Qur’an staat:

“En er waren negen mensen in de stad die onheil verspreidden in het land, en die onrechtvaardig handelden.” (an-Naml, 48)

Dus zelfs al hadden ze het levende bewijs van Saleh(vzmh)’s profeetschap in handen. noch konden ze niet geloven dat ze ook werkelijk gestraft zouden worden als ze de vrouwtjeskameel zouden doden

De straf van de Thamoed

Toen ze haar hadden gedood zei Saleh(vzmh) tegen hen:

“…’vermaak jezelf in jullie huizen gedurende drie dagen; dit is een belofte die zeker nagekomen zal worden.” (Hud,56)

Diezelfde nacht probeerde ze de profeet Saleh(vzmh) en zijn familie te vermoorden.

In de Qur’an staat:

“Ze zeiden: ‘Zweeg een vertrouwde verklaring bij Allah(swt) dat we een nachtelijke aanval zullen plegen op hem en zij familie, en daaraan zullen we tegen zijn erfgenamen zeggen: we hebben de afslachting van zijn familie niet gezien, en we spreken de waarheid’.” (an-Naml, 49)

De Thamoed zeiden dat als Saleh(vzmh) beweerde, dat ze over drie dagen vernietigd zouden worden, dat zij een einde zouden maken aan hem en zijn familie die drie dagen om waren. Zo dachten ze hem te slim af te zijn Saleh(vzmh) had een plek in de rotsen waar hij zich vaak terugtrok om Allah(swt) te aanbidden. Die nacht wachtten de moordenaars van de vrouwtjeskameel hem daar op, met de intentie om hem te vermoorden zodra hij daar zou arriveren. Daarna wilden ze ook zijn familie vermoorden. Maar Allah(swt) stuurde een rots van de bergen naar beneden die hen verpletterde. Dus Allah(swt) strafte sommige van hen op die plek, en sommige van hen op een andere plek, en Hij redde zijn profeet Saleh(vzmh) en de gelovigen met hem.

Allah(swt) zei:

“En zij beraamden een complot, maar Wij planden een plan terwijl ze het niet in de gaten hadden. Zie dan hoe het einde van hun complot was! Waarlijk, Wij vernietigden hen en hun volk allemaal. Dus dit zijn hun huizen in totalen vernieling, vanwege het kwaad dat ze pleegden. Voorzeker, hierin zit een teken voor mensen die kennis hebben. En Wij redden degene die geloofden en taqwah hadden.”

(Surah an-Manl. 50-53)

Nadat de Thamoed de vrouwtjeskameel hadden vermoord, en Saleh(vzmh) de volgende morgen met de voorspelling van hun straf kwam, werden de gezichten van de mensen bleek. Dit was de eerste dag. De tweede dag werden hun gezichten rood. De derde dag werden hun gezichten zwart, en ’s avonds zeiden ze tegen elkaar: alle drie de dagen van de deadline zijn nu verstreken. De volgende morgen zaten ze te wachten op wat er zou gaan komen. Ze hadden geen idee wat of van waar hen iets zou overkomen. Nadat de zon opkwam, kwam er een enorme Dayhah (schreeuw) uit de hemel die hun harten deed springen. Een sterke aardbeving vernietigde alle mensen ter plekke. Levenloos lagen ze in hun huizen. Het leek net alsof ze nooit hadden bestaan en alsof ze nooit hadden geleefd in zoveel luxe en comfort

Allah(swt) swt zei:

“Alsof ze daar nooit hadden geleefd, want de Thamoed geloofden niet in hun Rabb, dus wis de Thamoed uit!” (Hud, 68)

Geleerden zeggen dat Saleh(vzmh) na de vernietiging van zijn volk naar de Haraam van Mekkah is gegaan en daar de rest van zijn leven heeft gewoond.

Wat heeft de Rasul(vzmh) ons geleerd naar aanleiding van de Thamoed?

Onze Rasul(vzmh), de profeet Mohammed(vzmh), heeft ons naar aanleiding van de Thamoed en hun hoogmoed, gewaarschuwd om niet om tekenen (wonderen) van Allah(swt) te vragen, want de Thamoed hadden dat wel gedaan, en kregen toen de wonderbaarlijke vrouwtjeskameel. Zij werd echter zo’n grote belasting voor hen, dat ze haar uiteindelijk tegen de wil van Allah(swt) in vermoord hebben. Ze hebben dus uit ongeloof een beproeving over zichzelf afgeroepen. waardoor ze hun eigen ondergang hebben gecreëerd.

De plek waar de Thamoed leefden en waar ze waren gestraft, was de Rasul(vzmh) ook bekend. De Rasul(vzmh) kwam eens, toen hij met zijn mensen op weg naar Taboek was, langs al-Hijr, vlak bij de huizen van de Thamoed. Daar sloeg hij zijn kamp op voor de nacht. de mensen dronken van dezelfde bronnen waar de Thamoed vroeger dronken. Ze kneedden hun deeg met dat water en maakten ovens om te koken. Maar toen de profeet vzmh dat hoorde, stopte hij hen, dus ze gooiden alles wat ze gekookt hadden weg en gaven het deeg aan hun kamelen. Toen vertrok hij met hen van die plek totdat ze bij de bron kwamen waar de vrouwtjeskameel vroeger van had gedronken. Hij verbood hen om de huizen binnen te gaan van de mensen die gestraft waren door Allah(swt) en zei:

“Ik vrees dat jullie dezelfde tegenspoed zullen treffen als hen, dus ga hun huizen niet binnen.”

(overgeleverd door Abdoellah bin ‘Omar)

In een andere overlevering wordt verteld dat als de profeet(vzmh) langs hun huizen kwam, hij zijn gezicht afschermde en zijn kameel versnelde, en vroeg om hun huizen alleen te betreden, als ze huilden, uit vrees dat een dergelijke straf ook hen zou kunnen overkomen.

Made by: Arezu Shaykhzada
Organisatie groep: Montazeran


Plaats een reactie